de vrije stier
leestijd - 15 min
Dit artikel wil ik toewijden aan beleggen. Specifiek voor de potentiële belegger die net dat ene zetje extra nodig heeft om te beginnen. De serie "Beleggen voor Beginners" leg ik drie artikelen uit waarom, hoe en wat je moet beleggen.
Waarom moet je beleggen? Ten eerste je moet niks, maar beleggen kan handig zijn. Vermogensgroei is de voornaamste reden voor de meeste mensen. Sommige mensen willen er echter een maandsalaris mee verdienen, sommigen een pensioen opbouwen en anderen doen het voor hun plezier.
Iedereen heeft een andere reden. Daarom is het belangrijk om jezelf ook af te vragen waarom jij wilt beleggen. Een heldere waarom is de eerste stap in een degelijk beleggingsplan.
In deze serie van drie artikelen focus ik op vermogensgroei, specifiek voor vervroegd pensioen. Komt jouw waarom niet overeen met het bovenstaande dan moet ik je teleurstellen.
Doel: Vervroegd pensioen
Middel: Beleggen
Door te beleggen laat je je geld groeien. Zonder beleggen blijft 10 euro slechts 10 euro. Door inflatie wordt het zelfs minder waard. Maar als je belegt, kan die 10 euro meer waard worden.
Als eerst is het van belang dat je de groei van bedrijven, en dus ook je beleggingen, begrijpt. Wij mensen denken het liefst lineair. Een belegging van 10 euro verdient elk jaar 1 euro. Dus na 4 jaar is de waarde gestegen naar 14 euro. Dit gebeurt echter niet in de werkelijkheid.
Je zult exponentieel moeten denken. Economische groei wordt vrijwel altijd gecommuniceerd in procenten. De Amerikaanse aandelenmarkt, de S&P500, stijgt bijvoorbeeld gemiddeld 10% per jaar. De redelijk eenvoudige rekensom van zonet wordt nu wat moeilijker. Wat is de waarde van de belegging van 10 euro na 4 jaar met 10% groei.
Jaar 0; €10
Jaar 1: €11
Jaar 2: €12,10
Jaar 3: €13,31
Jaar 4: €14,64
In beide gevallen zou je na één jaar 11 euro hebben. Maar na twee jaar verandert dat al en in jaar 4 heb je al 64 cent meer als je gebruikt maakt exponentiële groei. Dit noemen we het rendement-op-rendement effect, waarbij de het rendement van het vorige jaar wordt meegerekend in de nieuwe groei.
€4,64 winst…
Ik snap het. €4,64 winst is nog niet overtuigend genoeg om te beleggen. Helemaal omdat beleggen risico’s met zich mee brengt en het daardoor vrij spannend is. Maar wat als er een aantal zaken veranderen.
Grotere inleg
Je belegt nu niet €10, maar €10.000 voor vier jaar in een S&P500 ETF. Na vier jaar is de waarde van deze belegging €14.641. Dat is ongeveer twee maandsalarissen verdient met het beleggen van je geld.
Langere tijd
De belangrijkste factor in exponentiële groei is de tijd. Hoe langer je belegd bent, hoe langer je geld kan groeien en hoe groter de waarde van je beleggingen wordt. Je belegt €10.000 in een S&P500 ETF voor 30 jaar.
Jaar 0 : €10.000
Jaar 4: €14.641
Jaar 10: €25.937
Jaar 20: €67.275
Jaar 30: €174.494
De €10.000 is 17x meer waard geworden. Hopelijk overtuigt dit wel.
Verder is duidelijk te zien dat de toename per tien jaar groter wordt. In de eerste tien jaar heb je een winst van ongeveer €15.000. De toename tussen jaar 20 en 30 is €107.000. Hoe langer je belegt, hoe groter het rendement-op-rendement effect.
Dit is ook te zien bij één van de bekendste beleggers. Warren Buffet, directeur van Berkshire Hathaway, heeft op het moment van schrijven een privévermogen van $102,3 miljard. Duizenden boeken zijn geschreven over zijn beleggingsstrategie die valt onder value investing. Er wordt onderzoek gedaan om zijn manier van beleggen exact te kopiëren om zelf ook hoge rendementen te krijgen. Maar Warren Buffet heeft één groot voordeel die de meeste mensen niet hebben, tijd in de markt. 99% van zijn vermogen kwam na zijn 55e. 98% kwam na zijn 65e. Als Warren Buffet net als anderen op zijn 65e met pensioen zou gaan, zouden we waarschijnlijk nooit van hem hebben gehoord. Hij zou met honderden miljoenen zijn pensioen in gaan en dat was zijn verhaal. Maar hij is niet gestopt en hij gaat met zijn 91 jaar nog steeds elk dag naar zijn werk en hij laat daar zijn geld voor zich werken. Warren Buffet kocht op zijn 11e zijn eerste aandeel en is sindsdien niet gestopt. Tachtig jaar in de markt is een hoop tijd om het compounding effect zijn werk te laten doen.
Door te beleggen laat je geld voor je werken. Het geld kan groeien door het rendement-op-rendement effect die het geniet als het is belegt. De belangrijkste factor tijdens het beleggen is tijd in de markt.
-
Simpel: Je drukt op kopen en hoopt op het beste.
Helaas is dat garantie tot mislukking.
Dit artikel behoort tot de serie “Beleggen voor Beginners”. Vandaag wordt er uitgelegd hoe je moet beleggen. In het vorige artikel is er uitgelegd dat beleggen een goede manier is om je vermogen te laten groeien.
Voordat je echt een aandeel koopt gaan er een aantal stappen vooraf.
Stap 1: Doel vaststellen
Stap 2: Plan maken
Stap 3: Zelf doen of toch uitbesteden
Stap 4: Beleggingsproducten kiezen
Stap 5: Brokers vergelijken en kiezen
Stap 6: Eerste belegging kopen
In het vorige artikel is al geschreven over het belang van het uitschrijven van je doel. De waarom achter het beleggen zorgt ervoor dat je bestand bent tegen schommelingen in de markt. Een doel geeft richting. Om je doel echt te laten leven raad ik je aan om je dit zo gedetailleerd uit te schrijven. Is je doel om ooit een Porsche te kopen? Omschrijf het dan precies zoals jij het zou willen. Welke kleur, welk model, welke bekleding, etc? Verder doe je er goed aan om er tijd aan te koppelen. Voor mijn 50e wil ik met pensioen of als mijn zoon achttien is wil ik €20.000 voor zijn studie klaar hebben staan.
Je plan bestaat uit vier onderdelen: doel, tijd, (periodieke) inleg, risico. De eerste twee onderdelen hebben we al gehad, dus door naar inleg en risico.
Inleg
Elk plan heeft een startpositie. In dit geval is dat je inleg.
Hoeveel geld wil je inleggen? Een erfenis, een financiële vergoeding uit ontslag, de 13e maand, vakantiegeld of gewoon je eigen hard verdiende spaargeld.
In plaats van een eenmalige inleg kan je ervoor om periodiek te beleg gen. Dan beleg je elke periode een bepaald bedrag. Maandelijks beleggen komt vaak voor, maar sommige mensen kiezen er ook voor om elk kwartaal of half jaar te beleggen.
Voor sommige brokers of vermogensbeheerders is een minimum inleg. Daarom kan het onderzoeken van je inleg handig.
Risico
Als je gaat beleggen bij een vermogensbeheerder zullen ze jou indelen in een bepaald risicoprofiel. Ze doen dat door een vragenlijst met je in te vullen. Zo komen zij te weten welk risico je wilt lopen en tegen welk risico jij bestand bent. Over het algemeen zijn er vijf risicoprofielen van zeer defensief naar zeer agressief.
Kies je ervoor om zelf te beleggen, dan kan je risicoprofiel natuurlijk helemaal zelf bepalen. Maar in plaats van deze gewoon te bepalen, zou ik een test aanraden. Dit is een test die ik aanraad: advies-check.nl
Verder raad ik aan om meerdere, soortgelijke testen te doen. De wetenschap zegt namelijk dat één keer meten toeval is.
Een voorbeeld van een goed plan kan zijn (let op, dit is niet mijn plan).
Mijn doel is binnen dertig jaar met pensioen te gaan. Om mijn vervroegd pensioen te bereiken heb ik een belegd vermogen van €500.000 nodig. Over dertig jaar heb ik nog genoeg energie om er voor mijn toekomstige kinderen en kleinkinderen te zijn. Vooral het idee om de dingen te doen die ik wil doen geeft mij een vrij gevoel.
Ik weet van mijzelf dat ik:
a. niet bestand ben tegen grote schommelingen
b. geen individuele aandelen kan kiezen
Daarom kies ik ervoor om elke maand te beginnen om een vast bedrag van €300 te beleggen in een index ETF. Als ik een salarisverhoging krijg, wordt het de inleg verhoogd met het verschil. Zo voorkom ik levensstijlinflatie.
De kennis die ik heb gehaald uit boeken van John Bogle en de adviezen van Warren Buffett en Mohnish Pabrai, zeggen dat een indextracker of een ETF van een index de beste belegging voor de gemiddelde particulier is. Je kan er dus voor kiezen om te beleggen in zo’n ETF of indexfonds.
Maar omdat iedereen andere doelen heeft en we niet allemaal hetzelfde spel spelen, kun je hun advies laten voor het is. Jij wilt liever zelf bepalen waar je in belegt. Je hebt er zelf verstand van en je denk de markt te kunnen verslaan.
Of je hebt er geen verstand van en je wilt juist dat iemand je helpt. Een vermogensbeheerder kan je helpen met de juist beslissingen. Het is ook iemand die ervoor je begeleidt als de emoties hoog zijn. Carl Richards van The Behaviour Gap heeft een realistische schets gemaakt over wat een financieel adviseur nou doet.
ETF’s, aandelen, obligaties, ETC, REITs, Opties het zijn nogal een hoop termen. Uit al deze beleggingsproducten kun je kiezen om je doel te bereiken. Dit is het middel, jouw voertuig, die je van start naar je einddoel brengt. Elk product kent zijn eigen risico’s, voor- en nadelen en complexiteit. Bij sommige kan je zonder kennis instappen en bij de andere totaal niet. Sommige zal je elke minuut moeten bekijken, sommige elk jaar.
We zijn er bijna.
Dit is de stap waar je op zoek gaat naar een broker of vermogensbeheerder die bij jouw plan past. Dit lijkt de makkelijkste stap, maar is het niet. In het Wilde Westen van brokers die gratis hun diensten aanbieden, zitten er nog wel wat addertjes onder het gras.
Kies dus niet direct voor de goedkoopste belegger. Die kan jou uiteindelijk veel kosten.
Gelukkig zijn er vergelijkingssites die alle partijen in Nederland vergelijken en deze direct controleren bij jouw plan. Eén zo’n vergelijkingssite is Finner. Met een enorme dataset aan gegevens vergelijken zij de partijen en zorgen ze voor de juiste match. Ze zijn 100% onafhankelijk en bieden hun service volledig gratis en vrijblijvend aan.
Ik heb zelf ook de stappen op de website van Finner en daar kwam iets anders uit dan ik eerst voor ogen had.
Meestal zijn we lang bezig met het onderzoeken welke beleggingen we gaan doen. Zodra we daar een antwoord op hebben, willen we deze zo snel mogelijk doen en maakt het bijna niet meer uit via wie of wat we het doen. Een goede keuze maken met wie je belegt kan je in twintig jaar misschien wel meer dan €10.000 schelen.
“Slechte beslissingen en kosten zijn een aanslag op je rendement.”
Eindelijk de stap waar we allemaal op hebben gewacht. Eindelijk gaan we beleggen. Maar in wat ga je beleggen. In het volgende artikel leg in welk beleggingsproduct je (het beste) kan investeren.
-
“Ik kan de markt verslaan.”
2 jaar later
“Ik ben gestopt met beleggen.”
Weten in welke producten je belegt, voorkomt pijnlijk verlies.
Dit is de derde en laatste artikel in de serie voor “Beleggen met Beginners”. Het eerste artikel stond in het teken van het vinden van je waarom. In het tweede artikel wordt er een plan gemaakt en een bijhorende broker gekozen. Nu is het tijd om te onderzoeken in welk beleggingsproduct je (het beste) kan beleggen.
Ik ben geen bevoegd financieel adviseur. Ik zet je aan tot denken, maar in geen enkel opzicht zijn mijn artikelen bedoeld als advies. Lees de volledige disclaimer.
Nu ik de disclaimer heb gegeven, kan ik mijn mening geven. Mijn mening is dat het investeren en vasthouden van indextrackers of ETF’s voor de meesten de beste keuze is op de lange termijn. Investeer het grootste gedeelte van je beleggingsgeld in deze beleggingsproducten en speel met een ander, kleiner potje in andere producten.
Daarom eerst de uitleg over ETF’s en Trackers.
Voor wie: Beginners tot Experts
Risico: Gemiddeld
Tijdshorizon: 10 – 30 jaar
ETF’s (Exchange Traded Funds) en Trackers zijn producten waarmee een index wordt gevolgd. Laten we simpel beginnen. De AEX is een getal dat de 25 grootste aandelen volgt op de Amsterdamse aandelenbeurs. Gaan deze 25 aandelen 1% omhoog, dan volgt de AEX deze beweging en gaat dus ook 1% omhoog. Een AEX tracker of AEX ETF volgt deze beweging dan ook.
Door de aankoop van een ETF of Tracker kan je met één aankoop in meerdere bedrijven tegelijk investeren. Dat is helemaal goed te zien bij de Amerikaanse index de S&P500. Daarin investeer je in de 500 grootste beursgenoteerde bedrijven in de VS. Dit is ook het grootste voordeel van een ETF. Een ETF zorgt voor risicospreiding.
Een oud-Hollands spreekwoord luidt: “Men moet niet al zijn eieren in één mand leggen.”
Dit geldt ook voor je geld en dit is exact wat de functie van een ETF is. Een ETF zorgt ervoor dat je geld gespreid belegd wordt.
Voorspellen toekomst één bedrijf vs. economie
Als je een aandeel koopt dan doe je dat omdat je verwacht dat het bedrijf in de toekomst zal groeien. Maar daar zitten nog een aantal haken en ogen aan. Het is veel makkelijker om de toekomst van de gehele economie te voorspellen op de lange termijn. Ik kan met meer zekerheid zeggen dat 500 bedrijven gemiddeld zullen groeien dan dat ik kan zeggen dat één bedrijf zal groeien.
Jack Bogle, de bedenker van de eerste indexfonds zei ooit: “Don't look for the needle in the haystack. Just buy the haystack!”
Je kunt op twee manieren rendement behalen uit ETF’s en Trackers.
1. Dividend
De ETF is opgebouwd uit tientallen of honderden bedrijven die in de meeste gevallen winst maken. Deze winst kan uitgekeerd worden aan de aandeelhouders. Omdat jij bij de aankoop van een ETF ook aandeelhouder bent krijgt jij deze winstuitkering in de vorm van een dividend.
Sommige fondsen kunnen ervoor kiezen om de dividend uit te betalen. Vanguard doet dat bijvoorbeeld. Op mijn Vanguard S&p500 ETF krijg ik bijvoorbeeld €0,25 per aandeel per kwartaal.
Sommige fondsen kunnen er ook voor kiezen om de dividend te herinvesteren. Zij betalen dus geen dividend uit, maar kopen daar bijvoorbeeld meer aandelen van. In principe zou je koersrendement dan hoger moeten zijn.
2. Koersrendement.
Al die tientallen of honderden bedrijven in een index groeien of krimpen. Dat wordt geflecteerd in de index en dus ook in de aandeelprijs van de ETF of Tracker. Stijgt een index bijvoorbeeld met 7%, dan heeft de ETF op deze index min of meer hetzelfde rendement. Dit geldt ook als de index daalt.
De historische gemiddelde stijging van de S&P500 is net geen 10% per jaar. Door gebruik te maken van de regel van 72 kan je bereken dat je daarmee ongeveer elke 7 à 8 jaar je geld verdubbelt.
Minder hevige koersbewegingen
Dit is misschien wel de belangrijkste eigenschap van een ETF. Als beginnende belegger weet je nog niet tegen hoeveel risico je kan. Een onverwachtse, grote daling komt vaker voor bij aandelen dan bij ETF’s. Een daling triggert meestal verliesaversie met gevolg een verkoop. Dat wil je voorkomen, want je wilt zo lang mogelijk belegd blijven. Hoe langer je in de markt kan blijven, hoe sterker het rendement-op-rendement effect kan werken.
Weinig kennis nodig
Je hoeft geen onderzoek te doen naar het bedrijf achter het aandeel. De enige kennis die je moet hebben is dat een grote groep bedrijven op de lange termijn zal groeien.
Voor wie: Beginners en (bijna) gepensioneerden
Risico: Laag
Tijdshorizon: 1 – 30 jaar
Obligaties zijn leningen van overheden of bedrijven. Obligaties zorgen voor een vaste inkomensstroom. In de hoge rente tijdperk van de jaren ’70 en ’80 was het heel gunstig om obligaties te hebben. Toen hadden ze een couponrente van boven de 10%. Een koper van een obligatie zou dan 10% per jaar (risico vrij) verdienen op zijn inleg.
Je kunt op twee manieren rendement behalen op obligaties:
1. Couponrente
De vergoeding voor het uitlenen van geld, de rente, wordt meestal periodiek (bijvoorbeeld jaarlijks) uitgekeerd en wordt couponrente genoemd. In het algemeen geldt: hoe hoger de kredietwaardigheid van de uitgever van de obligatie, hoe lager de couponrente. Zo is geld lenen aan de overheid over het algemeen minder riskant dan aan een bedrijf dat in moeilijkheden verkeert en betaalt de overheid dus een lagere couponrente.
Een obligatie kan een vaste couponrente hebben. De hoeveelheid rente die wordt uitgekeerd, is dan al bekend bij de uitgifte van de obligatie. Of een obligatie kan ook een variabele rente hebben. In dat geval is de rente uitkering niet vast maar wordt periodiek de rente uitkering vastgesteld. Een voorbeeld hiervan is een obligatie waarbij de couponuitkering afhankelijk is van de hoogte van de Euribor.
2. Koersrendement
Naast het directe rendement van de rente kun je ook koersrendement behalen doordat de beurswaarde van jouw obligatie stijgt. De koers van een obligatie is afhankelijk van onder andere de marktrente (renterisico), de kredietwaardigheid van de uitgever (debiteurenrisico) en van vraag en aanbod op de beurs (marktrisico). Als de marktrente daalt, zal de koers van een obligatie stijgen als de andere factoren gelijk blijven. Als de marktrente in dat geval stijgt, zal de obligatiekoers dalen. Belangrijk hierbij is dat obligaties die een lange looptijd hebben harder zullen dalen of stijgen wanneer de marktrente daalt of stijgt dan een obligatie met een korte looptijd. (Bron: ING)
Voor wie: Experts
Risico: Hoog
Tijdshorizon: 10 – 30 jaar
Een aandeel is het bewijs dat je een deel van een bedrijf bezit. Je wilt beleggen in bedrijven die over tien à twintig jaar meer waard zijn.
Twee manieren om rendement uit beleggingen te halen.
1. Dividend
Als mede-eigenaar van het kapitaal van een onderneming heb je meestal ook recht op een deel van de winst. Als het bedrijf (een deel van) de winst deelt met zijn aandeelhouders, krijg je ‘dividend’ uitgekeerd. Hoeveel dividend je krijgt per aandeel, hangt af van de hoogte van de winst. Dividend kan worden uitgekeerd in geld of in nieuwe aandelen.
2. Koersrendement
Is de koers gestegen? Dan is je belegging meer waard en ben je op papier rijker geworden. Je kunt ook het aandeel verkopen voor een hogere prijs dan de prijs waarvoor je het hebt gekocht. Een manier waarop een bedrijf zijn aandeelhouders kan laten profiteren van een goedgevulde bedrijfskas, is het inkopen van eigen aandelen. Daardoor stijgt de koers meestal namelijk. (Bron: ING)
Voordat je in een aandeel wilt beleggen, moet je het bedrijf achter het aandeel begrijpen. Denk aan de financiën, management en toekomstperspectief in de markt. Een aandeel kopen vergt dus best veel onderzoek. In je onderzoek kan je je concentreren op vier criteria.
1. Meaning/Betekenis.
Heeft een bedrijf een waardevolle betekenis in jouw leven of voor de wereld? Industrieën zoals de tabaksindustrie en olie-industrie vernietigen meer dan dat ze waarde brengen aan de wereld. Je moet onthouden dat je bij een aankoop van een aandeel geld investeert in het bedrijf. Je hebt liever dat je geld goede dingen doet, dan slechte dingen. Winst is niet alles.
2. Management
Werken er degelijke mensen in de top van het bedrijf? Zijn ze sluw of belazeren ze de boel, dan kan je erop rekenen dat ze het geld van jouw aandeel ook naar hun eigen rekening sluizen. Een kort onderzoek naar het management kan door interviews of boeken te lezen. Een handige manier die ik gebruik is om een aantal lange interviews te bekijken. Je moet dan vertrouwen op je onderbuikgevoel.
3. Moat/Competitievoordeel
Heeft het aandeel een duurzaam competitievoordeel of is dat slecht voor een korte tijd? Een goed competitievoordeel zorgt ervoor dat het marktaandeel stabiel blijft en dat concurrenten niet zomaar klanten en inkomen kunnen wegkapen.
4. Margin of Safety/Veiligheidsmarge in aankoopprijs
De veiligheidsmarge is een marge die je gebruikt om te bepalen wanneer je een aandeel koopt. Stel je voor dat je denkt dat een aandeel €100 waard is. Dan kan je een marge van 20% gebruiken om het aandeel pas te kopen als deze €80 waard is.
Door de financiën van het bedrijf goed te bekijken kan je berekenen hoeveel het bedrijf waard is. Dit is een vrij lastig proces en soms meer een kunst dan een kant-en-klaar recept en daarom gebruik je een marge. Als je eenmaal hebt vastgesteld wat volgens jouw de prijs van een aandeel zou moeten zijn, pas dan kan je kijken of de huidige prijs van het aandeel gunstig is.
Voor wie geld wilt verliezen
Risico: Hoog
Tijdshorizon: Zeer kort – dagen tot maanden
Opties zijn afgeleide producten: als je belegt in opties koop je niet de effecten zelf maar het recht om een hoeveelheid effecten, zoals aandelen, binnen een bepaalde periode tegen een vooraf afgesproken prijs te kopen of te verkopen. En zo’n optie kun je ook weer verkopen. Daarmee verkoop je dat recht weer. Opties worden op de beurs verhandeld.
Er zijn twee soorten opties:
1. Call-optie
Geeft je het recht om een bepaalde onderliggende waarde te kopen tegen de uitoefenprijs. Dit is gunstig als de koers van een aandeel stijgt. Dan wordt de optie namelijk meer waard.
2. Put-optie
Geeft je het recht om een bepaalde onderliggende waarde te verkopen tegen de uitoefenprijs. Dit is gunstig als de koers van een aandeel daalt. De optie wordt dan meer waard.
Verder vind ik opties lastig te begrijpen. Doordat het buiten mijn competentiecirkel ligt, wil ik hier niet meer woorden aan besteden. Ben je geïnteresseerd in opties, kan ik je wederom verwijzen naar de site van de ING.
Dat was het. Een handleiding van A tot Z over waarom je moet beleggen, hoe je moet beleggen en in wat je moet beleggen. Het is geen exact stappenplan. Dat is ook niet mijn doel. Mijn doel is om je te laten nadenken over beleggen. Net zoals mijn motto.
Blijf denken,
De vrije stier