Onrust en ego
De onrust op werkgebied begon ongeveer twee jaar geleden. De coronaperiode had een lelijke kant van het onderwijs zichtbaar gemaakt. De kant waarbij een grote meerderheid onder de leerlingen het eigenlijk niet zo veel kan schelen wat voor les ze krijgen. Het boeit ze niet was de inhoud of vorm is. De ontdekking van deze kant had een negatief effect op mij. Ik begon mij af te vragen of ik, de docent, überhaupt wel nut had in het onderwijs. Maak ik wel een verschil in het leven van mijn leerlingen? Ben ik niet een dagbesteding zodat hun ouders zonder zorgen kunnen werken?
Met deze negatieve insteek ging ik het schooljaar van 2021-2022 in. Ergens in september kreeg ik dus alweer het gevoel van “wat doe ik hier?” In oktober, na het zien van een leuke vacature binnen de financiële dienstverlening, dacht ik dat het wel tijd was om het onderwijs te verlaten.
Hier wil ik even verder op inzoomen.
Het verloop van de komende maanden die zouden volgen is het samenspel van enerzijds een duwkracht en anderzijds een trekkracht. Een samenspel van de onrust en mijn ego die elkaar beide versterkten.
De onrust in de vorm van nieuwsgierigheid. Ik heb een onstilbare nieuwsgierigheid waarmee ik snel nieuwe domeinen kan betreden, maar ook weer snel kan verlaten. Na zeven jaar in het onderwijs begon mijn nieuwsgierigheid te kijken buiten het onderwijs. Wat is er allemaal buiten het onderwijs te doen? Hoe is het om te werken op een kantoor? Hoe zal ik een bedrijfscultuur vinden? Er was voor mij nog veel te ontdekken. Die nieuwsgierigheid naar het onbekende zorgde voor een onrust in mij.
Hoewel ik bewust ben van de krachten van het ego, ben ik er tegelijkertijd ontzettend blind voor geweest. Het ego liet mij destijds denken dat het hebben van een “interessante” baan noodzakelijk was. Een baan in het vermogensbeheer of werken als data-analist. Het klonk allemaal veel aantrekkelijker dan een baan als een simpele docent. Deze banen zouden mij aanzien geven. Hierdoor zou ik mij slim en belangrijk voelen. Hier zou ik echt wat kunnen betekenen.
Mijn ego bleek te groot voor het nobele docentschap.
Alleen uiterste zelfeerlijkheid kan de ego zien en bevatten.
Maar twijfel was ook altijd aanwezig in dat schooljaar. Het einde van het jaar naderde en ik had al duidelijk gemaakt dat ik zou stoppen met mijn werk. Maar precies in deze periode volgenden een aantal mooie momenten.
Ik wil twee momenten toelichten.
Het eerste moment vond plaats tijdens de afsluitende barbecue van 6 vwo. In deze klas had ik aantal mentorleerlingen die ik vanaf 2 vwo heb mogen begeleiden. Aan het einde van de avond vroeg een leerling aan de groep welke docent de grootste impact had gemaakt. Precies de vraag waar ik al die tijd mee heb geworsteld. Een aantal namen kwamen voorbij en toen omhelsde die ene leerling mij en zei dat ik die persoon voor hem was. Hij zei tegen mij dat ik zijn leven vanaf 2 vwo totaal anders had kunnen zijn had ik niet zijn mentor geweest. Dat ik hem een toekomst heb gegeven.
Ik denk dat hij op dat moment niet door had hoeveel impact hij had gemaakt met deze woorden. Het leerde mij een hele belangrijke les. Ik wilde altijd zoveel mogelijk verschil maken voor alle leerlingen die ik op mijn pad tegen kwam. Maar je hoeft niet elke leerling te raken. Eén leerling in drie of vier jaar is genoeg.
Het tweede moment was na de diploma-uitreiking. Ik had mijn laatste woorden mogen zeggen naar mijn mentorleerlingen. Ik vertelde hun en aan de zaal de bovenstaande les. Het was een emotioneel afscheid. Na de hele ceremonie kwam mijn teamleider naar mij toen en zei: “Jij belt nu je nieuwe baan op en zegt dat je lekker in het onderwijs blijft.” Elk woord dat hij zei voelde je de oprechtheid en eerlijkheid, en misschien wel de wanhoop van iemand uit het onderwijs die het beste wilt voor het onderwijs.
Toch negeerde ik deze signalen om toch zelf te onderzoeken wat een kantoorbaan dan echt was. Op maandag 1 augustus begon ik als data-trainee bij Yacht en op woensdag 3 augustus begon ik als data-analist bij Geldmaat. Het begon allemaal vrij rommelig. Ik had nog geen software licenties. Ik had nog geen toegang voor tig andere dingen en dat zou allemaal voor het weekend geregeld worden. Verder moest ik vrij snel de businesskant ontdekken en ik moest de software (Tableau) onder de knie krijgen. Na één week met kantoordagen, treinreizen, thuiswerken, de vrijmibo en dé 9 tot 5 kreeg ik toch al een gevoel van “dit is het toch niet”. Ik wilde het eigenlijk eerst twee à drie proberen, maar die jaren werden al gauw maanden. Na de tweede week wist ik eigenlijk al genoeg. Ik zou nog één weekje werken en dan gebruik maken van mijn proeftijd.
En zo geschiedde.
Terug naar het onderwijs. Met een verse blik.
Zonder ego. Zonder onrust.
Blijf denken,
De vrije stier.
Schrijf je in voor de maandelijkse 1-1-1 nieuwsbrief
Geen ruis, alleen maar signaal
1 leestip
1 financiële tip
1 quote
Bedankt voor uw inschrijving!